Wie krijgt er voorang op huizen?
Eerst ons eigen huis op orde
Terwijl duizenden mensen met Palestijnse vlaggen de straten opgaan om hun steun te betuigen aan Gaza, vraag ik me iets anders af. Weten al deze mensen eigenlijk nog wat er in óns eigen land speelt?
Nederland is niet in oorlog — maar veel mensen voeren hier wel hun eigen stille strijd. Een strijd om een dak boven hun hoofd.
De woningnood is geen abstract cijfer, geen politiek praatpunt, maar een dagelijkse realiteit. Jongeren die na hun studie weer terug moeten naar hun ouderlijk huis. Mannen en vrouwen die na een scheiding nergens heen kunnen, omdat ze “geen punten” meer hebben of te veel verdienen voor sociale huur, maar te weinig voor de vrije sector. Mensen die al jaren op wachtlijsten staan en wanhopig hopen op iets wat ooit vanzelfsprekend was: een eigen plek.
We hebben het over tienduizenden Nederlanders — jonge gezinnen, werkenden, ouderen — die letterlijk tussen wal en schip vallen. En terwijl politici zich druk maken om internationale kwesties, lijkt niemand zich nog écht druk te maken om deze groep.
Dat is het pijnlijke aan veel van die demonstraties. De intentie is misschien goed — compassie, medeleven, vrede — maar waar blijft datzelfde medeleven voor de mensen die hier elke maand worstelen met hun huur, hun energierekening, hun toekomst?
Nederlanders zijn niet harteloos. We weten wat leed is. Maar er is iets mis als we sneller de straat opgaan voor een conflict duizenden kilometers verderop, dan voor de problemen in onze eigen straat.
Eerst ons eigen huis op orde.
Eerst de mensen helpen die hier al te lang wachten.
Eerst Nederland weer op de eerste plaats.
Want pas als we dat doen, kunnen we met recht zeggen dat we echt solidair zijn.
Reacties
No comments yet.