Door: Vince van Holstein

Wybren van Haga – Miljonair, techneut en Kamerlid: missie of marketing? Waarom wil een man die meer dan 500 woningen bezit, miljoenen aan vastgoed onder zijn hoede heeft, en een comfortabele plek in het zakenleven heeft veroverd... zich wagen aan het politieke slangenkuil van Den Haag? De naam is Wybren van Haga, oprichter van Belang van Nederland (BVNL), voormalig VVD’er, voormalig FVD’er, en inmiddels solo-campagnevoerder voor het klassiek-liberaal gedachtegoed. Waarom een miljonair toch Kamerlid wil zijn Van Haga zegt zelf: om "de vrijheid van de burger te verdedigen". Maar er is meer. Als ondernemer weet hij als geen ander hoe knellend regels kunnen zijn. Als vastgoedverhuurder heeft hij direct te maken met wetten rond huurplafonds, opkoopverboden en belastingdruk. Wie zegt dat hij slechts opkomt voor zichzelf, onderschat hoeveel Nederlanders zich in zijn verhaal herkennen. Toch is er scepsis. Blijft hij in de Kamer om Nederland te verbeteren, of simpelweg om zichtbaar te blijven? Een Kamerzetel garandeert landelijke aandacht, politieke immuniteit en – voor een slimme strateeg – invloed zonder partijdiscipline. Van Haga is geen achterkamertjespoliticus, maar een solist. En dat werkt, zolang je podium hebt. Zetels bij de volgende verkiezingen? BVNL haalt in peilingen 0,3 tot 1%. Dat betekent: net wel of net niet een zetel. De concurrentie is moordend: JA21, FVD, PVV, BBB én de VVD vissen in dezelfde vijver. Toch heeft Van Haga een vaste achterban van zelfstandigen, ondernemers, en coronakritische kiezers. Zolang die hem trouw blijven, blijft hij meedoen. Maar doorgroeien? Daarvoor is meer structuur nodig dan eenmansretoriek. Engineer in de Kamer: kan hij iets voor elkaar krijgen? Als techneut begrijpt Van Haga complexe wetgeving. Als ondernemer weet hij waar het vastloopt. Maar politiek vraagt meer dan inzicht: het vraagt samenwerking. En juist daar wringt het. Zijn koers is vaak oppositie-gedreven, niet coalitievriendelijk. In debatten blinkt hij uit, in wetgeving komt hij zelden verder dan een motie of amendement. Missie of marketing? Misschien is het beide. Van Haga ziet zichzelf als laatste liberale verdediger van ondernemersvrijheid. Maar hij weet ook: zichtbaarheid is macht. En in een tijd waarin media-aandacht bepalend is, is een Kamerzetel meer dan een politieke functie – het is een merk. Of dat merk bij de volgende verkiezingen standhoudt, hangt af van één vraag: zijn er genoeg mensen die liever een ondernemer in de Kamer zien dan een ambtenaar? Voor nu is Wybren er nog. In pak. In debat. En in beeld – altijd.